Draailier Werkplaats

Restauratie Bassot

Al servend op het internet vond ik in 2008 een prachtige oude draailier; een Bassot. Hij stond te koop bij www.instrumantiq.com , een zeer symphatiek internetbedrijfje dat zich specialiseert in de aan- en verkoop van oude instrumenten, waaronder draailieren.
De Bassot is een typisch 18-de Eeuwse gitaarvormige draailier, waarschijnlijk gebouwd te Parijs rond 1780. Bassot werd geboren in 1735 te Mircourt. Vertrok in 1774 of daaromtrent naar Parijs, waar hij stierf in 1808.

Ik viel in eerste instantie voor het fijne gesneden kopje.



Toen ik het instrument bij mij thuis kreeg bleek dat er nog heel wat aan moest gebeuren! Ik vroeg me af of het wel zin had dit oude instrument te restaureren. Er waren veel sporen van houtworm. Door vocht en ruwe behandeling waren delen van het boven- en onderblad los gekomen. Onderdelen misten, zoals de wielkap, het trompetkammetje en zo. Het wiel (van vol hardhout) was een ei............ .
Bewust heb ik toen de draailier een tijdje weggelegd, om er af en toe eens naar te kijken. Dan zou vanzelf wel duidelijk worden of ik al dan niet aan een restauratie zou "mogen" beginnen.
Uiteindelijk heb ik dan na enige maanden wachten toch besloten me er aan te wagen. Te beginnen met het "uitbreken" (leterlijk!) van het kromme, door houtworm aangetaste wiel. Vervolgens is de oude as van smeedijzer er uitgeboord en gezaagd. Op de derde foto hieronder zie je links van de 3 stukken as een holle boor, een zogenaamde glasboor, waarmee ik om de as heen een gat kon boren. Ook het aldus ontstane gat in de klankkast is goed te zien.




Vervolgens heb ik een nieuw wiel gemaakt en een compleet nieuwe as met kogellagers. Alle toetsen zijn uit het klavier gehaald en ontdaan van eeuwenoude stof en vettigheid.
Het klavier en het kopje waren gelijmd met beenderlijm. Ik heb deze delen voorzichtig "losgeklopt" en opnieuw verlijmd met doodgewone witte houtlijm. Ook de snaarhouder is eerst verwijderd en schoongemaakt. Op de foto's is het inlegwerk op snaarhouder en de randinleg (been en ebbehout) goed te zien; mooi wit-zwart. Dat was eerst niet zo!
Door veel poetswerk met terpentine (en zelfs cif.......) is het gehele instrument schoongemaakt.
Zoals vaak bij deze oude, lange tijd niet gebruikte draailieren waren veel "vlaggetjes" (vlagvormige houtjes die in de toetsen steken en waar de melodiesnaren mee worden verkort) verdwenen. Bij het uitnemen van de nog aanwezige vlaggetjes sneuvelden de meeste alsnog.
Stap voor stap is het instrument weer terug opgebouwd. De laatste stap; de besnaring.
Dan, de eerste klanken................. een zeer bijzondere ervaring om een instrument weer te horen klinken nadat het al zo lange tijd ergens in een verloren hoekje op een Parijse zolder heeft gelegen! Het volume van deze draailier is bescheiden. Uistekend geschikt voor kamermuziek, met bijvoorbeeld viool en cello.